Klaus woont met zijn twee luie broers in een schoenmakerswerkplaats. Hij moet al het werk alleen doen. Op een dag, terwijl hij hout snijdt, ontmoet hij een oude vrouw die zijn vriendelijkheid terugbetaalt met een gouden gans. Ze heeft een bijzondere eigenschap: alle nieuwsgierige, jaloerse en hebzuchtige mensen blijven aan haar plakken. Op zijn zwerftochten verzamelt Klaus een kleurrijke entourage, zelfs een molenaar met een ezel komt vast te zitten. In de volgende stad gebruikt hij ze om de dochter van de koning, die uit verveling in melancholie is vervallen, aan het lachen te krijgen. De koning, die zijn dochter als beloning heeft beloofd aan degene die dit lukt, stelt nieuwe voorwaarden aan de arme Klaus. Klaus vervult ze echter met grote vaardigheid en krijgt de dochter van de koning.