Pau is de thuisbasis van de beroemde "Rode Baretten". Vier van hen hebben hechte vriendschappen gesloten: Dominique, een Corsicaan met de rang van sergeant-majoor; Julien, een boer; Dédé, een wilde Parijzenaar; Jean, een verlegen provinciaal. Op vrije avonden ontmoeten de vier vrienden elkaar in een bar waar Dominique geïnteresseerd is in de serveerster en Dédé verliefd is op Paulette, de dochter van de eigenaar. Op een dag komt Jean door autopech in contact met een jong meisje uit Parijs: Brigitte. Maar Brigitte vertrekt weer en Jean kan haar niet uit het oog verliezen. Vanwege hun goede gedrag wordt het bataljon waartoe de vier mannen behoren gekozen om hun wapen te vertegenwoordigen tijdens de parade op 14 juli in Parijs. In de hoofdstad proberen ze elk hun geliefden terug te vinden.